donderdag 18 maart 2010

Door mijn schuld


Désanne van Brederode

Door mijn schuld, is vooral heel erg uitgebreid. Buitengewoon gedetailleerd en soms bijna oeverloos geneuzel over een actie of gedachtegang. Nu is er wel iets voor deze onhandige, lelijke manier van schrijven te zeggen. De vertellende ik-figuur, Gunnar de Wit, is geen schrijver, dat wordt hij pas in dit boek. Hij begint aan Door mijn schuld omdat hem iets op het hart ligt. Hij heeft een moord gepleegd door een steen naar zijn beste vriend te gooien. Hij belandt in de gevangenis en zit zijn straf uit, maar wat knaagt is dat nogal wat mensen menen dat hij desondanks onschuldig is en dat er sprake is van een gerechtelijke dwaling.
Eenzaamheid en het gevoel niet begrepen te zijn, ontpoppen zich uiteindelijk als de voornaamste thema's van deze roman, en dat klopt dus wel met dat vrouwelijke (was hij verliefd op Evert Oldenheuvel?)
Geen moord in de recente Nederlandse geschiedenis heeft zo veel én tegelijkertijd zo weinig tot de verbeelding gesproken. Zo veel tot die van de tientallen mensen die zeker meenden te weten dat de voor de moord veroordeelde Ernest Louwes onschuldig was – of juist onterecht als martelaar van juridische dwalingen wordt vereerd. Die twee partijen doen de argumenten van de ander consequent af als losgeslagen fantasieën.
Van Brederode wil onderzoeken wat er gebeurt in het hoofd van een man die tegen iedereen volhoudt onschuldig veroordeeld te zijn, terwijl hij wéét dat hij wel schuldig is.

Pagina's