woensdag 27 november 2013

De afrekening

Heleen van der Kemp

Verrassend!!... Het plot dat Van der Kemp heeft bedacht voor 'Afrekening' is prachtig doordacht, erg bizar, maar zo geloofwaardig neergezet!
Neemt iemand hier het recht in eigen handen?
Op de voorkant van het boek staat geschreven: Hoe ver ga jij als je kind wordt vermoord? En dat is precies de vraag waar het boek over gaat. De in Blond 15 geïntroduceerde rechercheur Britt Franken wordt ingeschakeld na de brute moord op Luuk Gerritsen. Gerritsen, een zware crimineel, is geëxecuteerd door zijn moordenaar. Op vergelijkbare wijze vallen er meer slachtoffers. Met 1 overeenkomst: de slachtoffers zijn allemaal schuldig bevonden aan het doden van een mens en hebben een relatief lage gevangenis – en / of werkstraf gekregen. Maar alle ouders van de omgekomen (volwassen) kinderen hebben een alibi voor het tijdstip van de moord op de moordenaar van hun kind. En de moorden zijn aangekondigd door middel van een advertentie in de krant. Het recht heeft gezegevierd, Viva Justitia.

In een sneltreinvaart neemt Van der Kemp de lezer mee haar verhaal in. Het krantenartikel aan het begin van het boek onderstreept de rauwe emoties van de ouders wanneer zij hun kind verliezen en de dader er met een lichte straf vanaf komt. Deze emotie zit verwerkt in het hele boek. Hoe moeilijk is het als ouder om je leven weer op te pakken. En hoe moeilijk wordt het als je het gevoel hebt dat de dader niet echt gestraft is en jij voor het gevoel levenslang hebt gekregen. De discussie over de strafmaat die in Nederland bij tijd en wijle opduikt heeft Van der Kemp in dit boek goed verwerkt.

De moorden in 'Afrekening' zitten op complexe wijze in elkaar. Al snel ga je je afvragen wie of wat Justitia precies is. Als lezer krijg je enkele aanwijzingen, maar pas tegen het einde van het boek weet je voldoende om serieuze vermoedens te krijgen. Dit boek werkt met een enorme spanningsboog toe naar een geniaal einde. Alle gebeurtenissen zijn tot in de details doordacht. Dat maakt het leuk om zelf mee te speuren met Britt Franken. Je krijgt elke keer net niet genoeg informatie om haar voor te zijn, waardoor dit een echte wodunnit blijft tot het einde. Je kunt zelf meepuzzelen zonder dat einde voorspelbaar wordt. Een geweldig boek, dat de echte thrillerliefhebber niet mag missen.

donderdag 14 november 2013

De Laatkomer

Dimitri Verhulst
Een man die dementie veinst, dat is een variant van 'le malade imaginaire'. In de novelle De laatkomer van Dimitri Verhulst laat verteller Désiré Cordier (74) al meteen weten dat hij een rol speelt, en dit zal hij telkenmale herhalen. Uit afkeer van zijn vrouw Moniek en haar 'verbale fusillades' heeft de gepensioneerde bibliothecaris Cordier deze laffe vlucht uit het burgermansbestaan bedacht.
Hij ziet in het tehuis een jeugdliefde terug, maar die is echt dement en een amoureuze herkansing is uitgesloten. Dan komt hij ook nog een iele tachtiger tegen, die krek als hij zo goed mogelijk acteert dat hij van het padje is. Dat had iets kunnen opleveren: zou iedereen een rol spelen? Maar Verhulst laat het bij die ene ontdekking.
Het wrange van Désirés ‘stervenskunst’ is de kracht van de roman. En passant neemt Verhulst zo, op een niet al te overdreven wijze, de bejaardenzorg op de hak. Waarmee hij het individuele verhaal extra schrijnend maakt, maar het tegelijk het persoonlijke laat ontstijgen.
Ik-verteller Désiré blijft moppen tappen en de schijn ophouden dat het zo beter is. Maar pijnlijk is de scène waarin zijn dochter voor haar gemoedsrust voorgoed afscheid komt nemen van haar vader, en hem vertelt – omdat hij wel ‘een geheim kan bewaren’ (au!) – dat zij haar man gaat verlaten: ‘Niet dat er vreselijke dingen zijn gebeurd tussen ons. Integendeel. Hij is het beste wat mij ooit overkomen is. Maar het is op.’
Kortom: zij neemt de stap wél op tijd. De veelzeggende reactie van Désiré: stilzwijgend blijft hij nonsens uitkramen. Dement doen.
De compositie maakt ook dat het uiteindelijk gaat schrijnen. Lezend moeten we concluderen dat Désiré in het slothoofdstuk toch wat rooskleurig vooruitblikt op zijn uitvaart. ‘Het is al sedert vele weken, ongetwijfeld, dat Moniek lijdt aan telefoonvrees’, noteert hij.
(We vragen ons af of Désiré aan het eind echt sterft, want dit blijft feitelijk “open”; we willen moeite doen hier de auteur over te benaderen!)

Pagina's