dinsdag 9 december 2008

Haar naam was Sarah

Tatiana de Rosnay
Haar naam was Sarah begint als twee verhalen, een verteld vanuit Sarah Starzinksi in juli 1942, het andere vanuit Julia Jarmond in 2002. Julia is journaliste in Parijs voor een Amerikaans blad (voor Amerikanen in Frankrijk) en krijgt van dit blad de opdracht een stuk te schrijven over de “viering” van 60 jaar Vel d’Hiv, een razzia die gehouden is door de Franse politie in opdracht van het Duitse leger. De ouders van Sarah en Sarah zelf worden hierbij opgepakt, haar broertje blijft achter in een diepe kast waar Sarah hem net op tijd in verstopt heeft.
Het verhaal is bij vlagen voorspelbaar, in de details zitten soms verrassingen. Tot de helft van de bladzijdes wisselt het verhaal per hoofdstuk van vertelpersoon.We mogen niet vergeten wat zich in het verleden heeft afgespeeld, we moeten de mensen die we verloren zijn blijven herinneren. Haar naam was Sarah is een prachtig eerbetoon en een oprecht verhaal dat je weet mee te slepen. De verwikkeling van de twee verhaallijnen zijn bijzonder knap neergezet door Tatiana de Rosnay.




dinsdag 21 oktober 2008

De vriendschap

Conny Palmen
In deze roman staat de ontwikkeling van de vriendschap centraal tussen twee vriendinnen, Catherina en Barbara, die elkaar als jonge scholieren leren kennen. Zij voelen zich direct tot elkaar aangetrokken, ofschoon (of juist omdat) zij in alles elkaars tegenstelden zijn: dik staat tegenover tenger, woordblind tegenover taalbehendig, sensitief tegenover tamelijk ongevoelig, enz. Bij nader inzien hebben zij ook enkele markante trekken gemeen. Zo zijn ze beiden verslaafd (de een drinkt, de ander eet) en zoeken beiden de betekenis der dingen. Zij lezen elkaar als een boek, zij zoeken zonder ophouden naar de betekenis van hun eigen en elkaars uiterlijk, uitingen, handelingen, verslaving en verhoudingen. En zij doen dit zo nietsontziend, dat hun vriendschap uiteindelijk hieronder dreigt te bezwijken. Palmen, die in 1991 debuteerde met 'De Wetten', plaatst zich met deze roman opnieuw in een enigszins op Barthes geïnspireerde (post)structuralistische traditie, waarin het overwegen van de betekenis van belangrijke themata (liefde, vriendschap, dood, passie) geschiedt met een scherp oog voor de tegenstellingen binnen het leven van alledag waarin de onderwerpen zich aandienen. Bekroond met de AKO Literatuurpijs 1995

Exit Geest

Philip Roth
Exit Geest is geen banaal boek, wel een boek met een nogal plastisch uitgewerkte obsessie, waardoor het geheel maar moeilijk beklijft. Ik doel hiermee vooral op het haperende geslachtsdeel van Zuckerman, dat hem niet alleen dwingt een luier te dragen maar ook in de weg staat seks te hebben. Na de zoveelste mijmering over de tijd dat het allemaal nog koek en ei was daar beneden, weet je het als lezer wel en hoop je dat Nathan maar weer snel z'n biezen pakt en naar z'n boshut vertrekt. Met Exit Geest is Roth er maar mondjesmaat in geslaagd om naast de fysieke ongemakken die Zuckerman ondervindt ook te laten zien wat voor uitwerking dit op de man z'n geest heeft. Sla Coetzee er nog eens op na, zou ik zeggen.
De joods-Amerikaanse schrijver Nathan Zuckerman, bekend uit eerder werk van Roth, heeft tien jaar in afzondering geleefd, gevlucht uit New York na bedreigingen. De ooit viriele vrouwenjager is nu een oude man: impotent, kampend met incontinentie en een geheugen dat minder wordt. De kans op een succesvolle behandeling bij een uroloog brengt hem terug naar New York. Levenslust bloeit nog een keer op, zeker als hij een aantrekkelijke jonge schrijfster ontmoet. Via haar komt een jonge wetenschapper op zijn pad, die de biografie wil schrijven van Nathans literaire held Lonoff, waarin hij een sensationele onthulling wil doen over diens priveleven. In Nathans confrontaties met deze jongere personen en met de evenals hijzelf afgetakelde geliefde van Lonoff presenteert Roth (1933) zijn thematiek van ontluistering: van de ouder wordende mens die zich vergeefs verzet tegen aftakeling, van de literatuur die ten onder gaat aan vervlakking en van een land dat een president als Bush kiest. Roths analyses zijn messcherp in deze stilistisch gevarieerde roman die volgens de auteur de laatste 'Zuckerman' is.

dinsdag 2 september 2008

Boy

Bernlef
In ‘Boy’ beschrijft J. Bernlef de begintijd van de film. Fabuleren en filosoferen over beeld en geluid zouden zo elegant samen kunnen gaan. Maar een echt drama wordt het niet. Het vakkundig vertelde verhaal blijft een academische exercitie.
Met de moord op een bekende filmactrice én buurtgenote, Polly Todd, lijkt zich echter plotseling een echt drama aan te dienen. Iets wat zou kunnen uitgroeien tot een groot verhaal. Polly wordt dood en naakt gevonden op haar bed. Ze blijkt gewurgd te zijn. In haar kledingkast wordt een jongetje aangetroffen dat kan spreken noch horen en direct als hoofdverdachte wordt gearresteerd. William is van meet af aan gefascineerd door deze zaak, al was het maar omdat hij een stille liefde koesterde voor Polly. Menige natte droom heeft hij met haar beleefd.
Het doofstomme jongetje dat voordat het in de gevangenis belandt in een ziekenhuis wordt geobserveerd, heet Boy, zo komt William al gauw te weten. Hij leert Boys beschermvrouwe kennen, Amy, die de vertoning van de stomme films begeleidt op de piano. Met het grootste gemak stuit William op foto’s, namen, getuigen en moeiteloos trekt hij zijn conclusies. Dat hij daarbij de echte speurders, de politie, te snel af is, blijkt uiteindelijk niet zonder reden. De moord wordt opgelost, William en Amy vinden het geluk, maar voor Boy komt dit allemaal te laat.
Zie hier de wervelende handeling teruggebracht tot de naakte feiten. Boy is in zekere zin een ouderwetse roman, vol gebeurtenissen, waarin een alwetende verteller nu eens hier zijn licht laat schijnen en dan weer daar, en waarin duidelijk naar een ontknoping toe wordt gewerkt. Als je niet wist dat Bernlef de schrijver was, zou het niet lukken om de zweem van oubolligheid die over iedere bladzijde ligt, van je af te schudden en oog te houden voor de precieze observaties.
Zo is 'Boy' vooral ook een roman over de betekenis van film en een ode aan het onbetekenende detail, dat in geen verhaal past, maar toch voor het vergeten moet worden behoed.

zaterdag 23 augustus 2008

Heldendroom

Inez van Dullemen
Vlak na het overlijden van haar broer Onno vindt Vera onder zijn bureau bij toeval een oude koffer met nazistische propagandabladen. Deze voorwerpen brengen haar onvermijdelijk terug naar hun kindertijd. Als kind was Onno astmatisch. Vanwege de afkeer voor zijn eigen zwakte ontwikkelt hij een intense haat tegen alles wat buiten de gewone gang van zaken valt. De ziekte maakt hem vatbaar voor het nazisme. Als het gezin tijdens de oorlog overweegt naar Engeland te vluchten, fantaseert hij over een kaderopleiding bij de Jeugdstorm, waar hij zich uiteindelijk bij aansluit. Onno’s keuze voor de Duitse bezetter heeft een verwoestende werking op de toch al broze eenheid binnen het gezin. Toen Inez van Dullemens broer in 2003 overleed en zijn enige dochter op de hoogte raakte van diens nazistische verleden, vroeg zij Inez de geschiedenis van haar vader te beschrijven. Heldendroom is het onthutsende portret van een in wezen tragisch mens en de beklemmende en suggestieve weergave van de familiegeschiedenis van een geliefd auteur.
Fraai geschreven, recht ut het hart.

Pagina's