maandag 9 september 2019

Ze zullen denken dat we engelen zijn

Bert Natter




Op een zonnige zondag laat in het jaar zit Alfred Ellerau op een terras. Naast hem komt een vrouw zitten die hem een hand geeft en zich voorstelt als Prunella. Op dat moment rijdt een geldauto over het plein, her en der mensen omverrijdend, en boort zich in de gevel van het café aan de overkant. Vervolgens verschijnt een busje op het toneel waaruit mannen springen die de omstanders onder vuur nemen.
Tussen alle doden worden Alfred en Prunella levend aangetroffen, de handen nog in elkaar. Verbijsterd en verward zoeken zij elkaar in de dagen die volgen diverse keren op, onhandig worstelend met hun gevoelens. De lezer krijgt alles mee vanuit het perspectief van ik-verteller Alfred. In zijn eenzame leven is zijn baan als chauffeur van kinderen met een beperking voor hem het belangrijkste houvast. Maar de aanslag brengt juist op dat punt gevolgen met zich mee.
Deze vijfde roman van Bert Natter is een vlot lezende geschiedenis waarin het niet alleen draait om de gevolgen van een aanslag maar vooral om de betrouwbaarheid van herinneringen. Geleidelijk wordt duidelijk dat Alfred al voor de aanslag een getraumatiseerde man was.

Pagina's