maandag 22 januari 2018

De vreemdeling

Albert Camus


De hoofdpersoon en ik-figuur, Meursault, is een in zichzelf gekeerde, wereldvreemde man die een moord pleegt waarvoor hij ter dood wordt veroordeeld. In het eerste deel komen aan bod wat aan de moord voorafging en de moord zelf.
Meursault is kantoorbediende bij een rederij. Als hij bericht krijgt van de dood van zijn moeder, keert hij terug naar het dorp waar zij in een tehuis woonde. Tijdens de begrafenis toont hij geen verdriet, noch betrokkenheid. Hij blijkt een man zonder ambitie, zonder emotionele betrokkenheid bij anderen en volstrekt onverschillig tegenover het leven. Voor Meursault staat geluk gelijk aan een routinematig bestaan dat vrij is van veranderingen. Hij ontmoet Marie, een vrouw op wie hij ooit verliefd was. De dag na de begrafenis begint hij met haar een relatie.

Het tweede deel van de roman behandelt de berechting van Meursault. In het proces lijkt niet zozeer de moord zelf centraal te staan (het betrof ‘slechts een Arabier’) maar de vraag of Meursault in staat is berouw te tonen. Het feit dat hij geen verdriet toonde bij het overlijden van zijn moeder en dat hij zo kort na de begrafenis een relatie begon, maken hem verdacht. Dat hem verweten wordt goddeloos te zijn raakt hem niet. Gedurende het hele proces voert hij niets aan ter verdediging. Uiteindelijk worden hem zijn gebrek aan berouw en schijnbare gevoelloosheid zwaar aangerekend: hij wordt ter dood veroordeeld.
In de dodencel krijgt Meursault bezoek van een aalmoezenier die hem tracht te bekeren. Meursault ontsteekt hierop in woede, waarna hij zich lijkt te verzoenen met zijn lot. Voor het eerst staat hij open voor de "tedere onverschilligheid van de wereld" en zijn dood zal het hoogtepunt worden van zijn absurde bestaan. Hij is gelijk aan allen. Iedereen is een ter dood veroordeelde. En juist vlak voor de dood is het leven bitterzoet.

Pagina's