Griet op den Beeck
Op
de Beeck introduceert een hechte, maar verstoorde familie. De zusters Eva en Elsie
zijn beiden in de dertig en proberen een normaal, prettig leven te leiden. Voor
geen van de twee is dat echter een gemakkelijke opgave. Een waarschijnlijke
oorzaak daarvan is dat hun moeder een dramatische, egoïstische en aanstellerige
dame is en hun vader een lieve man, maar even laf als drankverslaafd. Ook het
leven van de twaalfjarige dochter van Elsie, Lou, verloopt niet vlekkeloos,
maar met de onvoorwaardelijke steun van Eva slaat ze
zich door de schooldagen heen.
Op
de Beeck kiest ervoor de personages afwisselend aan bod te laten komen in korte
hoofdstukken. De eerste
tientallen bladzijden zijn dan ook af en toe verwarrend, waarbij beslist hier
en daar moet worden teruggebladerd. Zodra de verhoudingen duidelijk zijn, en de
lezer gewend is aan het personage-hoppen, belandt hij in een stroomversnelling
van scherpe en vaak intens droevige gedachten.
Een minpuntje is dat het verhaal zich nauwelijks ontwikkelt.
Dat de personages niet om weten te gaan met de realiteit is al snel
duidelijk, maar dit punt wordt steeds opnieuw bevestigd. Ook is het jammer dat
er pas aan het einde iets gebeurt waardoor ieders leven voorgoed verandert.