Bert Natter
Op een
zonnige zondag laat in het jaar zit Alfred Ellerau op een terras.
Naast hem komt een vrouw zitten die hem een hand geeft en zich
voorstelt als Prunella. Op dat moment rijdt een geldauto over het
plein, her en der mensen omverrijdend, en boort zich in de gevel van
het café aan de overkant. Vervolgens verschijnt een busje op het
toneel waaruit mannen springen die de omstanders onder vuur nemen.
Tussen alle
doden worden Alfred en Prunella levend aangetroffen, de handen nog in
elkaar. Verbijsterd en verward zoeken zij elkaar in de dagen die
volgen diverse keren op, onhandig worstelend met hun gevoelens. De
lezer krijgt alles mee vanuit het perspectief van ik-verteller
Alfred. In zijn eenzame leven is zijn baan als chauffeur van kinderen
met een beperking voor hem het belangrijkste houvast. Maar de aanslag
brengt juist op dat punt gevolgen met zich mee.
Deze vijfde
roman van Bert Natter is een vlot lezende geschiedenis waarin het
niet alleen draait om de gevolgen van een aanslag maar vooral om de
betrouwbaarheid van herinneringen. Geleidelijk wordt duidelijk dat
Alfred al voor de aanslag een getraumatiseerde man was.