dinsdag 10 december 2019

Reisverslag van een kat





Hiro Arikawa

Vroeg in de roman rijst de vraag waarom Satoru zijn kat eigenlijk weg gaat doen. Hij is er toch zo gek op? Arakawa laat de lezer tot ver over de helft van het boek gissen. De gebeurtenissen in de roman geven hier ook reden toe, want Satoru’s jeugd is alles behalve vlekkeloos verlopen. In Arakawa’s vlotte schrijfstijl (en een prachtige vertaling vanuit het Japans door Sander Schoen) ontvouwt zich Satoru’s levensverhaal. De roman blijft daarnaast stilstaan bij al het moois dat de natuur te bieden heeft – van de weidse oceaan en bergen sneeuw tot de vallende lentebloesem.

Satoru’s roadtrip is geen doelloos tripje door Japan. Zoveel wordt al snel duidelijk. Voor zijn vertrek heeft Satoru zijn jeugdvrienden namelijk stuk voor stuk een brief geschreven met de vraag: Kan ik Nana hier in veilige handen achterlaten? Als eerste bezoekt Satoru zijn vriend Kosuke die tegenwoordig de fotostudio van zijn vader runt. Vervolgens reist hij naar Daigo die op het platteland woont en tot slot naar Shusuke en Chikako; een echtpaar met een pension aan de voet van de berg Fuji.

Arakawa weet de typische gedragingen van een kat bovendien perfect op papier te zetten. Katten staan in Japan symbool voor geluk. Satoru heeft misschien niet zoveel geluk, maar weet iedere situatie toch te overwinnen met een dosis optimisme. Dit creëert het beeld van een man die iedere tegenslag wel aan kan. Wanneer langzaamaan duidelijk wordt dat het plot een onafwendbare maar rampzalige koers vaart, is het voor de lezer dan ook wel even slikken.

Pagina's