Gerbrand Bakker
Boven is het stil is een prachtig romandebuut dat soms doet denken aan de jonge Gerard Reve: niet alleen door een zinsnede als ‘de jonge melkrijder’, maar ook in het – ondanks alles – mededogen dat de hoofdpersoon heeft voor zijn vader. De stijl van Bakker is helder, geen woord te veel.
Een boek over het platteland, gezien door de ogen van een boer, maar uiteindelijk gaat het over universele zaken als de mogelijkheden en onmogelijkheden het leven in eigen hand te nemen.
Met de zin ‘Ik heb vader naar boven gedaan’ begint de roman én de verandering die de hoofdpersoon in dit verhaal zal ondergaan. Na het verhuizen van de oude, versleten vader naar boven gaat Helmer de rest van het huis naar zijn eigen ideeën inrichten. Ideeën die niet bijster sterk zijn. ‘Een tweepersoonsbed en een dekbed’ adviseerde buurvrouw Ada schalks, dus dat koopt hij maar. Helmer was altijd ‘de helft van’. Altijd Henk en Helmer. Toen Henk stierf, kon Helmer zijn studie Nederlands wel vergeten. Hij sleet zijn leven verder ‘met zijn kop onder de koeien’.
De komst van de jongen( Henk) zet van alles in gang. Verscholen erotiek maar ook het zichtbaar worden van zijn eenzaamheid – straks is hij helemaal alleen. Henk vertrekt tot grote opluchting van Helmer, weer, en eindelijk sterft ook de oude vader, in wiens ogen Helmer altijd tweede keus was.
In het laatste deel van de roman is Helmer met de oude knecht Jaap – de enige die hem zag staan – in Denemarken, het ‘beloofde land’. Hij staat op het keienstrand, de zon zakt, en achter hem staat een schaap hem in de nek te ademen. Met ‘Ik ben alleen’ eindigt de roman. Helmer is iemand geworden.
Boven is het stil is een prachtig romandebuut dat soms doet denken aan de jonge Gerard Reve: niet alleen door een zinsnede als ‘de jonge melkrijder’, maar ook in het – ondanks alles – mededogen dat de hoofdpersoon heeft voor zijn vader. De stijl van Bakker is helder, geen woord te veel.
Een boek over het platteland, gezien door de ogen van een boer, maar uiteindelijk gaat het over universele zaken als de mogelijkheden en onmogelijkheden het leven in eigen hand te nemen.
Met de zin ‘Ik heb vader naar boven gedaan’ begint de roman én de verandering die de hoofdpersoon in dit verhaal zal ondergaan. Na het verhuizen van de oude, versleten vader naar boven gaat Helmer de rest van het huis naar zijn eigen ideeën inrichten. Ideeën die niet bijster sterk zijn. ‘Een tweepersoonsbed en een dekbed’ adviseerde buurvrouw Ada schalks, dus dat koopt hij maar. Helmer was altijd ‘de helft van’. Altijd Henk en Helmer. Toen Henk stierf, kon Helmer zijn studie Nederlands wel vergeten. Hij sleet zijn leven verder ‘met zijn kop onder de koeien’.
De komst van de jongen( Henk) zet van alles in gang. Verscholen erotiek maar ook het zichtbaar worden van zijn eenzaamheid – straks is hij helemaal alleen. Henk vertrekt tot grote opluchting van Helmer, weer, en eindelijk sterft ook de oude vader, in wiens ogen Helmer altijd tweede keus was.
In het laatste deel van de roman is Helmer met de oude knecht Jaap – de enige die hem zag staan – in Denemarken, het ‘beloofde land’. Hij staat op het keienstrand, de zon zakt, en achter hem staat een schaap hem in de nek te ademen. Met ‘Ik ben alleen’ eindigt de roman. Helmer is iemand geworden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten