dinsdag 4 juni 2019

Pristina


Pristina

Toine Hermans


In deze roman staat de ritselende, zelfgenoegzame repatriëringsambtenaar Albert Drilling (die voor de reputatie van zijn minister schrijnende asielzoekergevallen heimelijk de grens over masseert) tegenover de innemende Irin Past, een vernederlandste Kosovaars-Servische. Zij verblijft op een klein Waddeneiland. Het eiland en zijn bewoners sluiten zich om haar heen. De rigoureuze ambtenaar infiltreert in de gemeenschap; hij is op het Waddeneiland, maar hij doet ook voorbereidend werk in Egypte en in Kosovo. De ambtenaar lijkt in zijn missie te slagen. Het individuele leed van een asielzoekster tegenover de rigiditeit van de ambtenarij (mens tegenover dossier) krijgt gestalte. De karakteruitdieping en de structurering is wel eens schematisch. Dat schematische opent intussen wel de weg naar haast surrealistische (Kafkaëske) vergezichten. Een mooie roman die tot nadenken en verontwaardiging over het lot van individuen stemt. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Pagina's