J.M. Coetzee
De
kinderjaren van Jezus draait om een man, Simon, die met een
kind, David, met een bootje aan land komt in een Spaanstalig land. Hun papieren
en brieven over hun identiteit zijn verdwenen. Toch zijn ze welkom in het land,
juist omdat ze beiden als onbeschreven blad door de staat te vormen zijn.
Ze melden zich bij wat een asielzoekerscentrum lijkt, krijgen onderdak en werk en beginnen een nieuw leven. De man en het kind zijn geen familie. De man heeft zich onderweg over de jongen ontfermd en ziet het als zijn taak zijn moeder te vinden.
De man en het kind hebben hun identiteit in moeten leveren. Ze kregen nieuwe namen, Símon en David, en worden geacht het verleden letterlijk achter zich te laten. Schoongewassen is de beste staat om in te burgeren.
Ze melden zich bij wat een asielzoekerscentrum lijkt, krijgen onderdak en werk en beginnen een nieuw leven. De man en het kind zijn geen familie. De man heeft zich onderweg over de jongen ontfermd en ziet het als zijn taak zijn moeder te vinden.
De man en het kind hebben hun identiteit in moeten leveren. Ze kregen nieuwe namen, Símon en David, en worden geacht het verleden letterlijk achter zich te laten. Schoongewassen is de beste staat om in te burgeren.
De basis waarop mensen in die nieuwe omgeving met elkaar samenleven is
welwillendheid. Welwillendheid zorgt voor verdraagzaamheid zonder
overdreven betrokkenheid. Ook de fysieke aantrekkingskracht tussen mannen
en vrouwen schijnt geen wezenlijke rol van betekenis meer te spelen.
Omdat ik ervan uitga dat de titel van een boek nooit willekeurig wordt gekozen, was ik het hele boek verdacht op verwijzingen naar het leven van Jezus. Die zijn er genoeg. Soms heel letterlijk: de suggestie dat Inés maagd is; de onduidelijke vaderrol van Símon, de uitspraak van David ‘ik ben de waarheid’; soms zijn de toespelingen minder expliciet, hoewel: de naam van het paard waarmee David vriendschap sluit: El Rey, de uitkomst van een optelsom van vissen: ‘dit keer.. dit keer’, (…) is het… acht’ en de volgelingen die hij verzamelt.
De kinderjaren van Jezus leest makkelijker weg dan het begrepen wordt. Coetzee
stapelt laag op laag, vraag op vraag. Hij vindt mooie beelden en treffende
vergelijkingen. Alleen… die titel… Die titel staat een definitief oordeel in de
weg. Maar wat is er tegen op boeken die zichzelf niet meteen volledig
prijsgeven.